Van Adelaide naar Alice Springs; the big drive into nothingness

2 juni 2016 - Alice Springs, Australië

Voor de ik-weet-niet-hoeveelste keer pak ik mijn rugzak in en sta ik om half zeven gereed voor de zesdaagse trip die mij uiteindelijk naar Alice Springs zal brengen. Op dat moment vond ik half zeven nog belachelijk vroeg. Ik wist toen nog niet dat ik de volgende vijf dagen op zijn laatst om vijf uur zou opstaan.......

We verlaten Adelaide voor the big drive into nothingness, zoals ze hier zeggen. Ongeveer een uur nadat we Adelaide achter ons gelaten hebben begint het landschap te veranderen. De groene weien vol schapen, planten, bloemen en bomen maken plaats voor eindeloze roodkleurige vlakten met rotsen en struiken, die voor de tijd van het jaar nog wonderbaarlijk groen zijn. Niet alleen het landschap veranderd, ook de bewoonde wereld hebben we nu definitief achter ons gelaten. Om de 200, 300 km doemt er af en toe een spookstadje op. Nou ja, stadje, vaak is het niet meer dan een benzinestation en wat huizen. Een stadje met 35 inwoners past met gemak op 1 foto. 

Het is een indrukwekkende en vreemde gewaarwording om uren en uren te rijden, zonder dat je ook maar een andere levende ziel tegenkomt, en zonder dat je ook maar iets anders ziet dan het eindeloze landschap van rode grond, wat groene struiken en blauwe lucht. 
Het doet je realiseren hoe inzettend groot dit land eigenlijk is en hoe klein wij eigenlijk zijn ten opzichte van de natuur. 

Na drie dagen van uren en uren rijden, waarin we circa 1700 km afleggen komen we tegen de avond aan op de camping vlakbij Uluru (Ayers Rock). Voor het aanschouwen van "The Rock" moeten we echter nog even wachten. Het is inmiddels donker en dus bijzonder weinig te zien. 

De volgende dag wurmt iedereen om 4:30 (!) opgetogen en wel uit de "swag" ( een soort van slaapzak waar een matrasje in vastzit waar je vervolgens dan weer met je slaapzak in frommelt, heel knus wel) om getuige te zijn van zonsopgang bij Uluru. Dit is tenslotte waar we voor gekomen zijn, waar we al die uren voor in de auto hebben gezeten, waar we al die kilometers voor af hebben gelegd. Vol verwachting begeven we ons naar Uluru. Zodra we de camping afrijden rijden we een dikke mist in. Het zicht is niet meer dan 100 meter. "Ach, die zal toch heus wel optrekken, we hebben nog een uur tor de zon opkomt, ik geloof dat ik wat heldere lucht zie". Verschillende toerbussen rijden het parkeerterrein op en iedereen pakt zich samen en wacht vol spanning tot de zon opkomt. Maar gebeurt helemaal niks, noppes, nada! De mist is zo dik dat je niet eens een silhouet kan zien van een rots die ongeveer 300 meter hoog     en 3000 meter breed is! 

Blijkbaar is dit nogal een unieke situatie, die zelden tot nooit voorkomt. Lucky me ;(.
Na een uur klaart het toch nog op, trekt de lucht open en kan ik via een ruim 10 km lange wandeling rondom de voet van Uluru de enorme rots in al haar immense schoonheid, in diverse kleuren rood uitgebreid bewonderen. 

Zonsondergang is ons gelukkig stukken beter gezind. Met drankjes en hapjes binnen handbereik kunnen we uitgebreid genieten van een fantastische zonsondergang, met in de lucht een kleurenpracht van geel, oranje, roze en rood waardoor Uluru steeds een andere variant van rood aanneemt. 

Nieuwe dag, nieuwe kansen voor een zonsopgang bij Uluru. Deze keer zien we Uluru wel, dat is al vooruitgang, maar zit de lucht zo vol dikke regenwolken dat de zon er niet doorheen komt. Wederom geen  stralende zonsopgang voor ons....

Op naar de machtige rotspartijen van de Olga's. De zon komt er toch nog door en zeven kilometer lang flinke klim en klauterwerk brengt me via canyons naar overweldigende uitzichten over valleien en 500 meter hoge rotswanden. Het is ongelooflijk hoeveel ontzettend moois de onherbergzame outback biedt. 

Back on the road again, voor nog een ruime 300 kilometer naar Kings Canyon. En dan te bedenken dat je na al die nog maar in het midden van het land bevindt. Ik leg parkeer mijn swag onder de sterrenhemel en lig tevreden te slapen in mijn warme cocon als ik ergens in de verte het gehuil van dingo's hoor en even later verontrustend dichtbij gesnuffel hoor. Drie dingo's hebben zich in de buurt van mijn swag verzameld..... Adem in, adem uit (bekend mantra inmiddels ;) en niet bewegen. De dingo's sjokken op hun gemak verder en wonderwel val ik gewoon weer in slaap. Totdat een uur later de hemel opbreekt en de regen met bakken naar beneden komt. In het pikkedonker werk ik me zo snel mogelijk uitslaapzak en swag, op zoek naar een droge plek. Rode modder all over. De geneugten van het kamperen in de outback. Ik lig nog geen half uur of het is weer vijf uur, en dat betekent opstaan voor zonsopgang in Kings Canyon. Zal het dan toch nog een keer lukken om de zon te zien opgaan? In het kader van drie keer is scheepsrecht gaan we op weg. Maar ver komen we niet. De weg is overspoeld door de regen en het water staat 50 cm hoog. Wederom gaat een zonsopgang op een speciale locatie aan ons voorbij. En wederom schijnen we te maken te hebben met een zeer uitzonderlijke situatie. Het is niet perse wat ik voor ogen had, maar al deze mislukte zonsopgangen zijn inmiddels toch een verhaal op zich en toch eigenlijk ook te grappig. Kings Canyon is onbegaanbaar, dus we zetten koers naar Alice Springs, eindbestemming van deze trip. En wat een geweldige trip is het geweest! En ervaring die grote indruk op me heeft gemaakt en die me vol ontzag achterlaat. 

Foto’s